Het warme water voelt voor mij als een ‘onesie’. Elke vierkante centimeter van mijn lijf wordt geraakt. Deze veilige omhulling geeft mij ruimte om te voelen; mijn gemoedsbeweging van binnen naar buiten en vice versa. Het water spiegelt, volkomen neutraal, vraagt niets. Het helpt mij bij mezelf te blijven ipv te vervloeien.
Ik was ruim tien jaar werkzaam als haptotherapeut, opgeleid in Doorn, toen ik in 2012 over STH las in Haptonomisch Contact. Het was een aankondiging van module 1, “Jij en het water”. Iets in de tekst raakte me. Ik nam contact op met Truus Scharstuhl. We gingen samen in het water. Al snel bleek dat ik met behulp van de benadering van STH wel in contact kon met gevoelens van angst die ik eerder niet durfde te voelen. Ik overrulede die gevoelens met wilskracht. Het verschil tussen water verplaatsen op wilskracht of in contact met het water maakte meteen veel duidelijk. Die wilskracht was zo vertrouwd, immers omgaan met angst was doodeng.
Het voelen van mijn verlangen, mijn eigen beweging, mijn vitaliteit stond op een laag pitje. Ik had er ook geen woorden voor en kon nauwelijks met mijn omgeving daarover communiceren.
Stapje voor stapje, module na module kwam het contact met mijn voelen en ook de woorden. Geleidelijk werd helder dat ik vanaf mijn geboorte een signaal heb opgepikt dat als puntje bij paaltje kwam, ik er alleen voor stond. Het alarm stond voortdurend aan met als gevolg dat de spiertonus in mijn lijf altijd te hoog was. Op de bank verzachtte ik wel en door de haptonomische aanraking werd ik ook sensitiever, maar mijn alarm stond nog te vaak aan in mijn dagelijkse leven.
In de veilige omgeving van het omhullende water met docenten van STH en mede-cursisten kon ik me in een diepere laag verbinden met mijn jong ontstane angsten. Ik werd me steeds meer bewust van op alleen gaan en me niet verbinden. Ik kon steeds eerder woorden vinden en in beweging komen naar de anderen.
Ik kan nu als dat eenzame stuk weer eens opduikt en ik het zelf niet door heb, de scherpe waarneming van de anderen in het water en ook daarbuiten horen. Ik kan met compassie naar mezelf kijken ipv proberen kritiek te pareren. Ik kan nu in beweging komen in plaats van vastzitten in mijn gestolde gemoed. Met die eigen beweging neemt mijn vitaliteit toe.
Meer ademruimte, wat een verademing, letterlijk en figuurlijk. Ik was een landrot, nu een Waternimf.